Altaplana, world of Francois Schuiten and Benoit Peeters

de onmogelijke & oneindige encyclopedie over de wereld van Schuiten & Peeters

User Tools

Site Tools


Action disabled: revisions

Nawoord

Voor ons zal er een voor en na Coimbra zijn.

Wij hebben het initiatief van João Miguel Lameiras en João Ramalho Santos met enthousiasme begroet. Ten eerste, omdat het voorstel vleiend was: de rijkdom en de verscheidenheid van het programma en de kwaliteit van de sprekers hebben echt indruk op ons gemaakt. Ten tweede, omdat we ons erop verheugden de stad Coimbra, de universiteit en de verzameling machines te ontdekken waarover onze vriend Etienne Schréder ons vaak had verteld.

Vandaag lijkt het ons echter dat we liever nooit waren gekomen.

Tot die dagen in augustus 1998 waren de Obscure Cities bijna een intieme aangelegenheid. De meeste lezers zagen onze boeken als pure fictie. We hebben niet geprobeerd ze van dat idee af te brengen. En nog minder om de aandacht van het grote publiek te trekken: schandaal past niet bij de duistere wereld.

Maar de gebeurtenissen in Coimbra, waarvan wij en alle deelnemers aan het Colloquium getuige waren, hebben alle feiten grondig - en misschien wel onherroepelijk - veranderd. Of we het nu betreuren of ons verheugen, de feiten zijn openbaar.

Ja, het is beter om het ronduit toe te geven: deze onrustige plaatsen die we slechts halfslachtig hadden genoemd als mogelijke doorgangspunten, zijn de laatste jaren vermenigvuldigd. Wat hebben we een lange weg afgelegd sinds de eenzame onderzoeken van Maurice Maeterlinck en Augustin Desombres, of, dichter bij huis, de schilder Robert Louis Marie de la Barque en de schrijver Pierre Lidiaux!

Lange tijd bleven de tastbare manifestaties van de duistere wereld een hoofdzakelijk Brussels fenomeen. Dit is niet langer het geval: zowel in Lausanne als in Parijs, in Regensburg als op het eiland Réunion zijn even opvallende als ongewone gebeurtenissen waargenomen. In Brasilia zelf hoorden we vorig jaar dat een machtige sekte beweerde uit de duistere wereld te komen. Tegelijkertijd zijn er veel krachtige getuigenissen op internet verschenen: die van Jérôme Le Perdriel, Sylvain Saint-Pierre en Jim Harrison bijvoorbeeld.

Maar het was in Coimbra, met wat we nu de “Ismael Tolentino-affaire” moeten noemen, dat de zaken aan het licht kwamen. De populaire pers presenteerde de zaken in een overdreven en vaak misleidend licht, wat wij blijven betreuren. We hadden het graag zonder deze publiciteit gedaan: het enthousiasmeren van UFO-aanbidders was nooit ons doel!

Niemand weet wat de komende maanden zullen brengen, noch of het werk dat meer dan vijftien jaar geleden is begonnen, in alle rust kan worden voortgezet. Dreigt een te massale en oppervlakkige aandacht van de media niet de nauwkeurigheid van ons onderzoek te ondermijnen en degenen die er het meest in geïnteresseerd zouden moeten zijn, van het universum van de Steden te verwijderen? Dreigt het niet vooral de woede van de “duisteren” uit te lokken en een einde te maken aan de communicatie tussen beide werelden? Wij hopen uit de grond van ons hart dat dit niet het geval zal zijn.

Brussel, 31 augustus 1998.

Benoît Peeters