Altaplana, world of Francois Schuiten and Benoit Peeters

the impossible & infinite encyclopedia of the world created by Schuiten & Peeters

User Tools

Site Tools


Action disabled: revisions

Dossier Schuiten on La Douce

The following dossier by Jean-Pierre Fuéri was published in the French comic monthly Casemate number 47 of April 2012, enhanced with some citation from an interview by Frédéric Bosser from dBD 62 of april 2012.

We don't have an English version of this dossier. If you would like help us with the translation, let us know.

Comments to page 12

Over draadzuigers: “Het vuur van een locomotief opstoken vergt een waar talent. Je moet gevoel voor het vuur hebben. Je schept niet zomaar kolen wanneer je wil. Alles staat in functie van wat er nodig is: kruissnelheid, kracht voor een helling die eraan komt, enzovoort. Een echte wetenschap. Die mannen hadden zo hun uitdrukkingen. Als ze de ketel in gang staken, zeiden ze dat de locomotief 'zijn beenderen opwarmde'. Zij die elektrische loco's begonnen te bedienen, noemden ze 'draadzuigers'.”

Over correcte rook: “Een machine zoals hierboven heeft een menselijke kant. Ze blaast en ademt. Als ze rijdt, is dat een brandhaard die in beweging komt. Ik heb veel tijd gespendeerd aan het correct tekenen van de rook. Het verandert telkens wanneer de loco snel rijdt of traag en volgens de kwaliteit van het rijgedrag. Er zijn nu eenmaal specialisten onder de treinliefhebbers die je niet sparen bij het maken van een fout. Ik heb dus raad gevraagd aan personen die mij werk nauwgezet nakeken.”

Over zijn Doornroosje: “Ik gebruik foto's en een maquette die nauwelijks groter is dan een speelgoedtreintje. En vooral: de enige resterende 12 staat in de buurt. Ik kon haar bezoeken wanneer ik wilde. Toen ik haar ontdekte, roerloos sinds bijna dertig jaar, groen temidden haar sombere zusters, stelde ik me voor dat zij Doornroosje was die sliep tot ze door haar prins, ikzelf, tot leven gewekt werd door mijn potloden.”

Over kriebels in de buik: “Ik draai eromheen, bezoek haar in de kleinste hoekjes. En, net zoals Leon in het verhaal, kreeg ik kriebels in de buik. Soms droomde ik dat ze opnieuw reed. En onmiddellijk verzet ik me daartegen. Mag niet, want anders zou ik haar verliezen.”

Comments to page 13

Over teksten tekenen: “De rook van de locomotief is hier heel verschillend naargelang haar volle snelheid of integendeel daaronder op lage snelheid in het station. Ook mijn teksten maken een onderscheid als het dialogen zijn (in hoofdletters) of beschrijvende teksten (in kleine letters). Hun kleine imperfecties — die niet zouden bestaan mochten het digitale lettertypes zijn — geven leven aan mijn stemmen. Ik scheid de teksten niet van de tekeningen. Het oog van de lezer begrijpt de twee en uit die mix komen de personages echt voort.”

Over negatief en positief: “Wat is er mooier dan zwart-wit om het einde van een tijdperk te symboliseren? De 'zwartsmoelen' kruisen hun smetteloze collega's met hun witte overhemden. Alles is gezegd. Het zwart-wit dwingt je om duidelijke standpunten in te nemen, om anders te denken. Als ik met kleur werk, heb ik de neiging om bepaalde problemen uit te stellen. Dan zeg ik tegen mezelf dat ik ze wel fiks bij de inkleuring. Hier is dat onmogelijk. Het zwart-wit verplicht je om met negatief en positief te werken en dat maakt je tekening tot leven.”

Over een zwarte badkuip: “Ik had de tegenstelling tussen de oude garde en de nieuwe lichting, tussen vuil en proper, nog meer kunnen uitspelen. Toen ik terugkwam van mijn dag in de cabine van de stoomlocomotief, was ik zwarter dan zwart. Zoals mijn badkuip nadat ik eruit kwam.”

Over het mooiste cadeau: “Het huis van Leon heeft een voorgeschiedenids. Het stond klaar om neergehaald te worden op de plaats van het toekomstige treinmuseum. Ik ontdekte dat het lang geleden dienst deed als seinhuisje. Op slag heb ik het geïntegreerd in mijn verhaal zodat er nog een spoor van overblijft. Later werd er beslist om het huis te behouden en het museum errond te bouwen. Het was het mooiste cadeau dat men me kon geven.”

Comments to page 14

Over losbreken uit het realisme: “Nog een mooi voorbeeld van de schoonheid van zwart-wit. De sombere massa en het massieve van de 12 in positief zet de immense wielen en het personage in negatief nog meer in reliëf. Zo'n contrast laat toe om buiten het realisme te breken, hoewel ik de eerste prent tot in de kleinste details zo grondig mogelijk heb getekend.”

Over overdracht van kennis: “Kleine uitleg bij prent 2. Leon en een jong, stom meisje kapen een van de cabines van de kabelbaan die de treinen hebben vervangen. Ze zijn op zoek naar de 12 van Leon. Ik had zin om de relatie tussen een oude man en deze jonge vrouw te verkennen. Maar wat daarachter schuilt, is de overdracht van kennis. Onze maatschappij vergeet de uitzonderlijke bekwaamheid om kennis van ouderen over te brengen. De hedendaagse omwentelingen van nieuwe technologieën gebeuren zo brutaal dat deze overdracht niet meer bestaat. Jammer, want er zijn zo veel mooie zaken te vinden tussen de generaties.”

Over de casting van Elya: “Om zo dicht mogelijk het menselijke te benaderen, heb ik hard gezwoegd op de gezichten. Ik heb een echte casting georganiseerd om het meisje te vinden dat Elya zou spelen in het verhaal. Ik zocht een heel atypisch personage dat zich uitdrukt via gebaren en ik kan je zeggen dat er veel meisjes in mijn atelier hebben gedefileerd vooraleer ik een keuze maakte. Ik vond mijn geluk bij Ti Mai. Dat ze een danseres was, veranderde mijn verhaal… Haar manier van bewegen en zich verplaatsen heeft me veel geïnspireerd. Ik heb echt wel veel met haar gewerkt. Als tekenaar bestaat het gevaar dat je eindigt met het tekenen van enkel nog je droomvrouw.”

Over een nieuwe wereld: “Leon vertelt dus zijn leven aan Elya tijdens hun tochtje in de lucht. Zij ziet er weinig geïnteresseerd uit of ligt half in slaap. Ik hield ervan om tijdens de hele tocht de ontwikkeling van de wereld onder hen te tonen. Het is een wereld die wordt overspoeld met vernieuwingen. De mannen plaatsen een nieuw systeem om deze situatie te overwinnen.”

Over het spelen met licht: “Ik schep er plezier in om met licht te spelen. Gegroefde gezicht van oude man in het duister, gladde gezicht van jonge vrouw in het licht. Wat een fantastisch middel is zwart-wit toch! Ik hield enorm van de laatste film van Truffaut, Vivement Dimanche!, waarbij hij erin slaagde om in zwart-wit te filmen. Ik hoor 'm nog met plezier zeggen hoe fijn dat was en dat het 'm speet dat hij niet niet meer van zijn films in zwart-wit kon draaien, waaronder La Sirène du Mississippi.”

Comments to page 15

Over alchemie: “De emotie in de getuigenissen van de mannen die hun bestaan doorbrachten in machines op het spoor, grepen me erg aan. Ik wilde hun gemoedstoestand overbrengen, het moment waarop ze, net zoals in de werkelijkheid als in mijn verhaal, de belissing maakten om een machine te redden. Merk de grootte van de kolen op. Men gebruikte ook briketten. Het rendement en de snelheid van de machine hingen ook af van de kwaliteit van de brandende kolen. Die alchemie fascineert me.”

Over de ambacht van het stripverhaal: “Als debutant op dit domein werkte ik veel aan de dialogen. Zelf een praatvaar zijnde heb ik enorm veel op voorhand geschreven vooraleer ik de teksten uitmestte. Dat is de goeie oplossing: eerst alles zeggen, dan snoeien. Ik werk op de ouderwetse manier, met potlood en inkt. Ik heb het volledigste storyboard uit mijn carrière gemaakt. En een potloodversie die zo precies was dat men me vroeg waarom ik het album niet zo publiceerde. In feite was dat gewoon om me gerust te stellen. Ik hield eraan om alles op mij te nemen, van de potloodtekeningen tot het lettertype van de titel op de cover, van de inkting tot het drukwerk. Geen enkele fase was minder interessant dan de andere. Een stripverhaal is een ambacht die bestaat uit het aanboren van vele kleine metiers.”

Over gebiedende goesting: “Voor mijn volgende album werk ik weer samen met mijn bondgenoot Benoît Peeters. We hebben al het onderwerp, maar het is nodig om het net zoals bij de vorige verhalen lang te laten bezinken. Alles valt in zijn plooien tot ik die gebiedende goesting aanvoel om naar mijn tekentafel te rennen.”

Over pratende treinen: “In afwachting bedenk ik het toekomstige treinmuseum Train World in Schaarbeek (dat er komt in 2014, red.). Een gebouw van 6.000 m2 en 15 meter hoog. Met geluid en licht die door de magie van de belichting de machines tot leven wekken. Door hen te laten praten.”

The original Dutch version can be found here.