Altaplana, world of Francois Schuiten and Benoit Peeters

the impossible & infinite encyclopedia of the world created by Schuiten & Peeters

User Tools

Site Tools


Action disabled: index

Duistere stad door een roze bril

Stel je een Rubiks kubus voor zonder kleuren: er zou niet veel aan zijn! Record: 0,01 seconden! Niet helemaal hetzelfde geldt voor Robicks almaar groeiende kubus, die de stad Urbicande — eerst tegen haar zin, daarna tot haar onmisbare genoegen — verenigt. In zwart-wit had deze aflevering in de reeks De Duistere Steden uit midden jaren 1980 zeker ook haar charme. In kleur is het verhaal toegankelijker, maar minder dreigend.

Met de inkleuring van De Koorts van Urbicande, zo'n vijfendertig jaar na datum, is een oude wens van de auteurs vervuld. Toen François Schuiten en Benoît Peeters het album begonnen te maken voor publicatie in Wordt Vervolgd was hen al snel duidelijk dat het verhaal meer pagina's zou nodig hebben dan (het veel dunnere) De Muren van Samaris, dat in kleur verscheen. Omdat Schuiten een halfjaar bezig was met de inkleuring daarvan, wilden ze dat deze keer uitbesteden. Françoise Procureur deed destijds een poging, maar ook zij vorderde traag (en het resultaat — waarvan deze uitgave een pagina laat zien — is met te harde kleuren ook niet echt geslaagd te noemen). Bovendien gaf uitgeverij Casterman in die tijd aan dat voor een albumuitgave in kleur het aantal pagina's tot 48 beperkt moest zijn. In zwart-wit was er geen beperking. Vandaar dat De Koorts van Urbicande in zwart-wit verscheen.

Vanaf het derde hoofdstuk is dat duidelijk te zien: in de eerste hoofdstukken is de lijnvoering dunner en subtieler, omdat er nog op inkleuring gerekend werd (getuige bijvoorbeeld de scène bij de rapporteur en de commissie, waar invallende lichtstralen door fijne lijntjes opgeroepen worden). Vanaf het derde hoofdstuk wordt er meer gebruik gemaakt van arceringen om tinten en nuances aan te brengen.

Een en ander maakt dat in de oorspronkelijke uitgave horizontale en verticale rechte lijnen overheersen en de architectuur zwaar en overweldigend is. Zelfs de lucht is dreigend. Bij de inkleuring door Jack Durieux (broer van filmaffichetekenaar Laurent, die de Blake en Mortimer van Schuiten inkleurde) gaat veel van die dreiging verloren: donkere wolken krijgen een paarse tint, opvallende zwarte schaduwen worden louter donkerder gekleurde vormen op de achtergrond. Een kille zwart-witte gevangeniscel lijkt nu meer een knusse hotelkamer vol warme kleuren.

Jammer, maar de inkleuring heeft ook voordelen: door de zwarte, harde contouren van achtergronden mee in te kleuren krijgen de tekeningen meer diepte, door lichte en donkere tinten krijgen gebouwen meer reliëf en zijn ze levensechter en niet louter een vlak decor. Door de lichtinval werd de scène met de commissie bijvoorbeeld zeker mooier. Door de zachte (tot soms zelfs roze) inkleuring wordt het boek er ongetwijfeld leesbaarder op, omdat je nu niet meer zodanig lang je weg moet zoeken tussen de vele lijnen om wijs te kunnen uit de platen. Schuiten en Peeters krijgen weleens het verwijt ontoegankelijk te zijn. Wel, met deze inkleuring is daar zeker een stukje mouw aan gepast. Zoals het verhaal over “urbatect” Robicks twijfel tussen symmetrie en chaos, brengt de inkleuring enige orde in het verhaal.

Al moet gezegd dat het verhaal van De Koorts van Urbicande nu net tegen die al te stugge orde ingaat: de groeiende kubus, die de twee door een kanaal gescheiden stadsdelen verenigt (het boek verscheen jaren voor de val van De Muur!), doet de aanvankelijk starre Robick evolueren en inzien dat het oude, wanordelijke stadsdeel (een terugkerende thematiek bij Schuiten en Peeters, zie bijvoorbeeld Brüsel) ook zijn merites heeft. Zoals de oude zwart-witversie van dit boek, dat perfect langs deze nieuwe kan staan.

Original article by Koen Driessens, published at November 8 ,2020.
Read the original publication at Stripspeciaalzaak