Altaplana, world of Francois Schuiten and Benoit Peeters

the impossible & infinite encyclopedia of the world created by Schuiten & Peeters

User Tools

Site Tools


De Stempel Van De Drukker

Lichten op Steden in het Centrum voor Grafische Kunst

Op het drukwerk van de Belgische striptekenaar François Schuiten de korrel onderzoeken, dat kan op de tentoonstelling in het Centrum voor Grafische Kunst in La Louvière. Zandkorrels zijn er ook: het album De theorie van de zandkorrel komt op een speciale manier tot leven.

Krr, krr, krr, klinkt het als we de stripplaten op de expo langsgaan. Het zand onder onze schoenen kraakt en het ruikt een beetje naar de zee. Een strip beleef je bij voorkeur in een album, maar hier wordt het tweedelige verhaal De theorie van de zandkorrel (2007-2008) van de reeks Cités Obscures/De Duistere Steden met auteur Benoît Peeters voorgesteld in een black box waardoor je in een andere wereld stapt. Een scenografie die Schuiten ook al voor Train World in Schaarbeek toepaste. Hier werkte hij samen met ExpoDuo, Bruno Letort (muziek) en Xavier Dumont (licht).

Het zand en de stenen die in het verhaal de stad dreigen te overspoelen zijn nu met gomverf bewerkt, zodat ze licht lijken te geven. Ondanks de bizarre fenomenen, heeft Schuiten toch altijd de werkelijkheid, zeg maar de stad Brussel, nodig om zijn verbeelding op gang te brengen. In De theorie wordt een brief vanuit het Autrique-huis van Horta in het echte Brussel van 2004 naar het Brüsel van 785 gestuurd. We zien weer Constant Abeels opduiken, wiens hoofd gemodelleerd is naar dat van de schrijver Eric De Kuyper. Het restaurant Chez Maurice is in het echt La Rotonde in de Brusselse Onderrichtstraat, al een imposant hoekgebouw op zich, maar Schuiten laat nog wat extra passerelles naar het dak lopen.

Bij de aparte reeks Brusselse fragmenten wordt de niet-gehaaste bezoeker beloond. Op de stadszichten van onder andere een onoverwelfde Zenne, de tempels van het Europees Parlement of de Koninklijke Bibliotheek verandert het licht gradueel van binnenuit. Daardoor sta je a.h.w. in het decor en kijk je mee met het personage vanop het gietijzeren balkon. De afbeeldingen zijn gedrukt op acrylaatplaten met ledverlichting.

Uit het zand rijst een driedimensionale sculptuur van zandkunstenaar Enguerrand David. Het is de betonnen schachttoren uit 1954 van de oude koolmijn Saint-Albert in Péronnes-lez-Binche. Schuiten maakte van de bedreigde 64 meter hoge toren in stroomlijnarchitectuur zijn affichebeeld. In zijn soloalbum Schoonheid (in het Frans La Douce, 2012) bracht hij al hulde aan de gestroomlijnde Belgische stoomlocomotief Type 12 Atlantic uit de jaren 1930. In de jaren 1960 werd exemplaar nr. 12.004 door spoorwegarbeiders van de sloop gered. Dat de zandsculptuur van de Saint-Alberttoren tijdens de opbouw drie keer instortte, is volgens Schuiten symbolisch voor zijn nog onzekere lot. Voor hem zijn deze realisaties nochtans getuigen van het verleden, hoewel ze toch heel modern zijn, en tegelijk houden ze ook een belofte in voor de toekomst. Later zal men zich vanuit het panoramisch restaurant afvragen hoe men er ooit kon aan denken dit baken in Le Centre te slopen.

We kijken nog eens achterom naar de voetsporen in het zand. Iedereen die langskomt, laat een spoor na.

Volwaardige auteurs

Op de verdieping kunnen we ze dan een voor een van dichterbij gaan bekijken: de zeefdrukken, offsetdrukken, lithografieën en digitale pigmentdrukken die het verlengstuk zijn van Schuitens stripalbums. Uit bezorgdheid voor het getekende en gedrukte erfgoed schonk Schuiten zijn platen aan Belgische en Franse instellingen: de Koning Boudewijnstichting, het Autrique-huis in Schaarbeek, het Centre international de la bande dessinée van Angoulême en de Bibliothèque nationale de France in Parijs. Aan het Centre de la Gravure et de l'Image imprimée schonk hij 63 gedrukte werken, want Schuiten is begaan met alle niveaus die de kwaliteit mee bepalen: de tekening, de drager en de druktechniek. Voor de gelegenheid heeft het Centrum twee zware drukpersen uit zijn depot gehaald. Het zijn eind negentiende-eeuwse pedaalpersen van het Minervetype, een gift van typograaf en uitgever Laurent Debut. Schuiten speelde met het idee om ze tijdens de tentoonstelling te laten draaien, voor het geluid alleen al, maar ze beantwoorden niet meer aan de veiligheidsnormen van vandaag. Het Centrum biedt trouwens gravure- en typografieateliers aan voor volwassen en jongeren, maar dan wel met veilig materiaal.

Een machine die niet draait, sterft elke dag een beetje, luidt het in Schoonheid. Schuiten integreerde de wielen van oude typografische persen in het affichebeeld. Hij ziet parallellen tussen de schachtbok en de wielen omdat ze beide schoonheid en kracht uitstralen. Interessant is dat van de affiche de acht kleurpassages voor de zeefdruk naast elkaar ophangen. Schuiten werkt al sinds de jaren 1980 samen met de Franse zeefdrukker Gilles Ziller die zijn carrière zelf begon met de uitgave van afbeeldingen van Edgar P. Jacobs, striptekenaar van de reeks Blake en Mortimer. Omdat Ziller speelt met de kadrering en sommige beelden heruitvindt door elementen uit verschillende tekeningen bij elkaar te brengen wordt hij door Schuiten erg geapprecieerd. Voor Schuiten is de expo een hommage aan deze volwaardige auteurs.

Ook andere drukkers met wie Schuiten samenwerkt zijn vertegenwoordigd, zoals het Brusselse Atelier Vertical, gespecialiseerd in kunstdrukken, en de Parijse studio van meester-drukker Franck Bordas.

Er zijn beelden van onder andere De koorts van Urbicande, Brüsel, Het Scheve Kind en rond Schoonheid is een hele ruimte opgebouwd. Een reeks van emblematische zeefdrukken werd achteraf door Schuiten nog wat geaccentueerd met vet kleurpotlood en blanke gouache. De cabine van De Grote Kabelbaan met de protagonisten bengelt boven een overwoekerde wereld en stoomlocomotief 12.004 ligt bezonken in het water.

François Schuiten, Les Veilleurs, 1997, offset

Af en toe hangt de originele tekening in gouache en kleurpotlood erbij, maar we misten hier meer uitleg. In het Centre de la Gravure et de l'Image imprimée mag je toch verwachten iets bij te leren over de drukprocedés en de verschillen tussen zeefdruk (sérigraphie in het Frans), offset, lithografie (steendruk) en digitale pigmentdruk.

Misschien kunnen de geleide bezoeken op 8 november en 6 december dat verhelpen, of de conferentie Rêves d'archives met Schuiten en Peeters op 16 november in het Mundaneum in Mons (waar zij voor de scenografie tekenden). Dan hoor je Schuiten misschien zelf zeggen dat de drukker Franck Bordas wel een uur aan een plaat kan printen met pigmentinkt die een ongelooflijke precisie toelaat.

Original article by An Devroe, published at December, 2015.
Read the whole story at Openbaar Kunstbezit Vlaanderen